Wanneer zijn de eerste contactlenzen gemaakt?
Een contactlens werkt hetzelfde als de lens van een fotocamera. Door de lens te verstellen komen de lichtstralen op een andere manier de camera binnen. Hierdoor valt het licht en beeld op de juiste manier op de film. Dit zorgt voor een scherpe foto in de camera, en voor een scherp zicht als mens.
De uitvinder
Er zijn verschillende mensen aan wie de uitvinding van de contactlenzen wordt toegekend. De eerste schets van de werking van een contactlens is van Leonardo Da Vinci in 1508. In zijn verhandeling "Code van het Oog" legde hij de basis van de optica met behulp van een lens van water die men in het oog kon plaatsen.
De filosoof René Descartes ontwikkelde in de jaren 1600 Da Vinci’s concept verder waarbij hij proefbuizen gevuld met water wou gebruiken om het resultaat van Da Vinci te bereiken.
De eerste uitvinding van de contactlens, zoals we die vandaag kennen, werd gemaakt door de Duitse oogarts Adolf Eugen Fick Gaston. Hij liet in 1888 de eerste contactlens fabriceren door glasblazer en fabrikant van kunstmatige ogen, Friedrich Adolf Müller. Deze lens had een diameter van 18-21 mm. De lege ruimte tussen het hoornvlies en de lens werd door een glucose-oplossing gevuld. Na testen op konijnen testte hij het op zichzelf en op een groepje vrijwilligers. Omdat ze zo groot waren, konden ze maar een paar uur worden gedragen. Rond dezelfde periode bedacht de Franse oogarts Kalt een systeem met glazen die op het hoornvlies dreven. Ze waren veel kleiner van diameter dan deze van meneer Gaston. Deze harde lens werd niet alleen gebruikt om dioptrie te corrigeren, maar ook medisch gebruikt voor behandeling van keratoconus of een te steile kegelvormige top bij de cornea.
Vooral in de VS was het in de jaren vijftig erg populair om lenzen te dragen: Kevin Touhy bracht het lensontwerp namelijk naar een nieuwe fase door een lens te maken die enkel het hoornvliesoppervlak bedekte, zodat de sclera (de witte oppervlakte van het oog) normaal kon ademen.
Het eerste gerapporteerde gebruik van een zachte lens was in 1960 door Otto Wichterle. Het werd later verbeterd door Bausch & Lomb (Soflens) in Amerika, de NATURALENS Griffen in Groot-Brittannië, Duitsland en Weicon van Sauflon CLM (Londen).
De meest comfortabele lenzen, de Silicon Hydrogel contactlenzen, werden geïntroduceerd in 1999. Deze lenzen vormden een echte doorbraak op gebied van zuurstofdoorlaatbaarheid. De contactlenzen technologie is blijven avanceren, waardoor er steeds nieuwe materialen ontwikkeld worden om je ogen nog meer te hydrateren en gezonder te houden.